top of page
Daniel Roos

Mooi lijk

Twintig jaar geleden was 7 mei een woensdag. Toen ik die middag uit school kwam wilde ik even op internet. Dit was in de tijd dat je daarvoor nog moest inbellen om verbinding te maken. Internetten deden we alleen nog op de computer. Inmiddels had ik wel een mobieltje. M'n eerste. Een zilvergrijze van Philips met een kleine antenne en groen beeldscherm. Nee, internetten was daarmee absoluut geen optie. Dat deed ik in onze zogeheten computerkamer en die moest natuurlijk gedeeld worden met de rest van het gezin. Dus maakten we afspraken over wie er hoe laat op internet mocht. En aangezien er nog per minuut voor werd betaald en je tijdens het internetten telefonisch niet bereikbaar was, kon het zeker niet te lang.

Op die woensdagmiddag was m'n vader aan het werk en m'n moeder ook de deur uit. Ze was op bezoek bij m'n oom. Die woonde sinds een paar maanden niet meer in Rotterdam maar vlak bij ons in Gorinchem, in het hospice. Ome Ad had die verschrikkelijke ziekte en na jaren van chemotherapie niet lang meer te leven. Ik zag hem als een voorbeeld. Ook als verkeerd voorbeeld om te weten wat ik vooral niet moest doen, namelijk te veel drinken en roken. Maar vooral als voorbeeld omdat hij zanger van beroep was. En hij was cool. Ome Ad had prachtig golvend haar en droeg cowboylaarzen. Overhemden stonden bij andere volwassenen vaak saai en stijfjes maar bij hem altijd goed. Hij had in zijn appartement geen gewone deur van de gang naar de woonkamer maar houten saloondeurtjes. Aan de muren hingen oude geweren en de woonkamer voelde als een combinatie van een rokerig café en een rommelig kantoor. Hij hobbyde met onder meer het maken van visitekaartjes en het ontwerpen van hoezen voor cd's en videobanden. Maar vooral was zijn woonkamer een plek waar muziek werd gemaakt. Naast het zingen speelde hij toetsen. Hij kon alles coveren. Hij nam thuis zijn eigen achtergrondbanden op, inclusief meerstemmige koortjes die hij zelf inzong. In de tijd dat ik hem kende trad hij in zijn eentje daarmee op, maar vroeger had hij in bandjes gespeeld. Zoals in de Neder-beat en Indo-rock scenes van Den Haag in de jaren '50 en '60 en bijvoorbeeld op de Holland-Amerika lijn. En met Les Etoiles, rond 1970 sterren in het Nederlandse cover-circuit. Ja, ome Ad had letterlijk een leven geleefd vol sex, drugs & rock 'n roll en was voor mij een levensechte rockster en mijn voorbeeld. Ik was al van jongs af aan verliefd op muziek, en leven van muziek zoals hij dat deed was dus m'n ultieme droom. Niet vanwege de luxe of het succes wat daarbij kan horen; grote successen had m'n oom nooit gekend en hij woonde klein en alleen. Ik herinner me nog een keer dat ik achter in de auto zat bij m'n ouders toen we bij m'n oom vandaan wegreden, in de richting van de Witte de Withstraat met mijn blik nog op zijn flat gericht, en m'n moeder vroeg of ik me wel realiseerde dat je als muzikant in je eentje in zo'n kleine flat kunt eindigen. “Als ik maar iets doe waar ik gelukkig van word” was daarop m'n antwoord.

Tot op de dag van vandaag heb ik geen spijt van de keuze voor de muziek. Het is een liefde die me niet in de steek laat. Hoewel de manier waarop ik muziek maak heus niet altijd is geweest hoe ik het wens. Ome Ad speelde altijd covers en dat was volgens mijn vader, toen ik hem als kind ooit vroeg waarom m'n oom niet beroemd was, de reden dat hij niet het succes had dat ie als zanger wel verdiende. Daarom ben ik als tiener mijn eigen nummers gaan schrijven. Ik zou in de voetsporen treden van m'n oom, maar proberen niet dezelfde 'fouten' te maken. Toch ging ik op m'n vijftiende roken, te veel drinken en werd ik later afhankelijk van het spelen van covers. Soms moet je je eigen fouten maken om er pas echt goed van te leren. Ik heb daarom nergens actief echt spijt van. Uit alles valt een les te trekken. Alleen dat ik m'n oom te weinig heb opgezocht in de maanden dat hij zo dichtbij woonde, vind ik nog altijd erg jammer. Zijn ziekte maakte me bang en onzeker. Ik durfde niet te zien hoe slecht het met hem ging en wist niet hoe ik daarmee om moest gaan. Op die woensdag zou echter alles veranderen.

Toen ik die middag graag op internet wilde, moest ik dus aan m'n moeder vragen of dat mocht. Ik liep de slaapkamer van m'n ouders in, waar op het eikenhouten nachtkastje van m'n vader een van de huistelefoons stond. Het telefoonnummer van het hospice ernaast op zo'n kleine gele post-it. Een dame nam op en liet m'n moeder naar de telefoon komen. Of ik even online mocht gaan? Natuurlijk, dat was geen probleem. Maar beter kon ik direct naar het hospice komen. Het ging op dat moment zodanig slecht met ome Ad dat dit wel eens het moment kon zijn om afscheid te nemen. Ik stormde de trap af naar beneden, greep m'n jas van de kapstok en snelde richting de achterdeur om m'n fiets uit de schuur te halen. Zo snel ik kon fietste ik naar de stad. Bij het hospice rende ik de trap op naar de kamer waar m'n oom lag. Naast zijn bed stond m'n moeder. M'n oom leed zichtbaar en kon niet goed meer communiceren, zelfs al wilde hij dat wel. Het was voor hem door zijn canule al lange tijd een uitdaging om te praten, maar nu had hij ook de kracht en mogelijkheid niet meer om deze af te dekken en een poging te doen om iets te zeggen, laat staan om iets op te schrijven. Het afscheid ging daarom met onhandige woorden van mijn kant en een ongemakkelijk bevestigend knikken van m'n oom. Even hield ik zijn koude en onrustige hand vast. Ik voelde dat het voor hem niet snel genoeg voorbij kon zijn. Ik pijnigde mezelf op dat moment met de vraag waar ik bang voor was geweest. Natuurlijk is het geen wenselijk gezicht om iemand te zien lijden en ziek te zien zijn. Maar verdomme, het was nog steeds gewoon m'n oom die daar lag. Al snel bekroop me een schuldgevoel dat ik er misschien niet genoeg voor hem was geweest. En de frustratie dat ik de tijd niet terug kon draaien en nog een keer iets aan hem kon vragen, met hem over muziek kon praten, of iets voor hem of met hem samen op een keyboard kon spelen.

Het zou nog twee dagen duren voordat hij uiteindelijk overleed, op vrijdag 9 mei. Ik was die middag nog uit geweest. Op vrijdagmiddag gingen we altijd vanuit school de stad in. The Mill Inn was dan de place to be. Ik kan me nog herinneren hoe ik daar op een volle dansvloer tussen de zwetende tienerlijven eigenlijk alleen maar kon denken aan wat zich op dat moment slechts honderden meters daarvandaan af zou spelen. Toen ik tegen etenstijd met een lichte dronk thuis op de bank zat, kwamen m'n ouders en een ex-vriendin van m'n oom de woonkamer binnengelopen. Ome Ad was overleden en ik kreeg te horen dat we die avond naar Den Haag zouden gaan omdat m'n oma slecht lag. Toen m'n vader kort daarvoor zijn jongere broer had gebeld om hem op de hoogte te brengen van het overlijden van hun oudere broer, had die hem aangeraden om zo snel mogelijk hun moeder te bezoeken. Een surreële situatie, vooral omdat we m'n oma toen nog niet informeerden over de dood van haar oudste zoon. Het zou te pijnlijk voor haar zijn om de begrafenis niet bij te kunnen wonen. In die tijd was er nog geen mogelijkheid een videoverbinding te maken. We zijn na de begrafenis bij haar op bezoek gegaan met een opname van de dienst op cassette en hebben dit toen met elkaar teruggeluisterd. Elf dagen na m'n oom overleed ook m'n oma, nog geen uur nadat we bij haar waren geweest om, terwijl ze in coma lag, afscheid te nemen. Het waren bizarre weken die op mij als vijftienjarige een onuitwisbare indruk hebben gemaakt.

Die woensdagmiddag in het hospice was inderdaad de laatste keer dat ik m'n ome Ad gezien heb. Althans, levend. Op zijn begrafenis lag ie prachtig opgebaard in een witte kist. Hij had er al over gegrapt dat als ie jong zou sterven, hij tenminste wel een mooi lijk zou zijn. En dat was ie. En daar grapten we over op die begrafenis. Want dat was iets wat misschien nog wel het coolste aan m'n oom was: hij had humor. En ook al had ie nooit een grote hit gescoord, waren zijn relaties geen succes en is ie jarenlang ernstig ziek geweest voordat ie veel te jong overleed, hij was tot het einde toe de ster van zijn leven, een stijlvolle muzikant met humor. En zo eindigde ook zijn verhaal in stijl met een mooi pak in een chique witte kist, met goede muziek (Whiter Shade of Pale) en met een lach. Het was te kort maar mooi geweest.

0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Vragen stellen

Vorige week trad muzikant Roger Waters op in Nederland. Waters werd ooit bekend als lid van Pink Floyd maar werkt sinds halverwege de...

Woordeloos

Tijdens de coronapandemie werden mensen opgeroepen om zoveel mogelijk thuis te werken. Maar ook waren horecagelegenheden veelal gesloten....

Comments


bottom of page